22 jul 2024
In dit interview spreken we met docent Marjon Donkers. Ze is kennisexpert preventie en aanpak van kindermishandeling, huiselijk geweld en ingrijpende jeugdervaringen. Ze werkt als zelfstandig adviseur, projectleider en docent/trainer. In dit interview vertelt Marjon wat de waarde is van scholing en welke praktische tools professionals meekrijgen in de preventie en aanpak van geweld, misbruik of verwaarlozing binnen het gezin of anderen vormen van onveiligheid in afhankelijkheidsrelaties.
Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in Nederland. Naast 9% van de volwassen Nederlanders (16+) die jaarlijks huiselijk geweld meemaken, zijn ook veel kinderen en jongeren slachtoffer van één of meerdere vormen van kindermishandeling. Jaarlijks gaat het om zo’n 118.000 kinderen en jongeren (0-18 jr) die blootgesteld zijn aan lichamelijk geweld, psychische mishandeling, seksueel misbruik of verwaarlozing. Van alle kinderen in groep 7/8 van de basisschool heeft 12% al drie of méér ingrijpende jeugdervaringen meegemaakt. Het gaat om gemiddeld 2 á 3 kinderen per schoolklas.
Hoe ben je ooit begonnen als docent bij RINO amsterdam?
Acht jaar geleden ben ik begonnen met lesgeven bij RINO amsterdam. Dat was een module over het omgaan met kindermishandeling en huiselijk geweld in de opleiding tot schoolpsycholoog. Deze module geef ik sinds 2016 elk jaar aan een nieuwe groep. De module voorziet duidelijk in een behoefte en wordt altijd hoog gewaardeerd door cursisten. Dit is de reden dat RINO amsterdam me gevraagd heeft om voor een bredere groep professionals enkele nascholingsmodules te ontwikkelen. Naast een 3-daagse basiscursus voor professionals die de rol van aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling (gaan) vervullen, geef ik nu ook een 5-daagse basis- én verdiepingsmodule voor alle professionals die werken met ouders en kinderen die (mogelijk) te maken hebben met een stapeling van chronische stress, geweld, mishandeling of andere onveilige thuis- en opgroeisituaties. Daarbij staat contactgericht en traumasensitief werken met zowel ouders als kinderen bij mijn trainingen altijd bovenaan het lijstje.
Wat heeft je gemotiveerd om hier de cursussen ‘Vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld’ en ‘Aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling’ aan te bieden?
Het is ongelooflijk belangrijk dat er nascholing is, omdat deze thematiek niet of nauwelijks in de basisopleidingen zit van professionals. Ik ben nu al 25 jaar met dit onderwerp bezig en het maakt echt een verschil als professionals die met ouders en kinderen werken voldoende scholing krijgen. Ik wil ze kennis en vaardigheden bijbrengen en vooral ook concrete tools meegeven waarmee ze kinderen in onveilige situaties kunnen helpen.
Als professional is oprecht contact maken met ouders en kinderen ontzettend belangrijk. Dat is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Zéker wanneer je als professional in gesprek gaat met een ouder die zijn of haar kinderen (mogelijk) mishandelt, misbruikt of verwaarloost. Het is lastig omdat we allemaal door onze eigen (gekleurde) bril kijken naar zo’n ouder, en daar vaak van alles van vinden. Maar om echt contact te leggen, en daarmee kinderen en ouders te kunnen helpen, is het van belang om de ouder achter de opvoeder te zien. Ouderschap maakt kwetsbaar. En bij ouders die hun kinderen blootstellen aan allerlei vormen van onveiligheid, is meestal sprake van veel stress, onmacht, onwetendheid of spelen soms eigen (onverwerkte) traumatische ervaringen een rol. Zelf heb ik – naast theoretische kennis – veel geleerd van ouders en kinderen die ik geïnterviewd heb over hun jeugd met veel ingrijpende gebeurtenissen en onveiligheid. Professionals die voor hen het verschil gemaakt hadden waren mensen die betrouwbaar, kundig en écht contact wisten te maken. Maar hoe doe je dat dan? Daar probeer ik mijn cursisten in mee te nemen.
Als een kind in een onveilige thuissituatie zit, hoe kun je dan met de ouders in gesprek gaan en ze wijzen op hun gedrag zonder ze als dader te benaderen?
Gespreksvoering is één van de belangrijkste onderwerpen in mijn trainingen. Ik leer cursisten te signaleren en gevoelig te worden voor allerlei vormen van chronische stress en fysieke of emotionele onveiligheid in gezinnen en relaties. Veel cursisten denken in de eerste plaats bij kindermishandeling, huiselijk geweld en ingrijpende jeugdervaringen aan fysiek geweld, aan kinderen die blauwe plekken oplopen en kinderen die mishandeld worden. Maar er zijn veel meer vormen, zoals kinderen en jongeren die vrijwel nooit positieve aandacht krijgen, die voortdurend op hun qui-vive zijn omdat hun vader of moeder regelmatig te veel drinkt of die te kampen hebben met een slepende, ondermijnende scheiding van hun ouders. Wat je wil voorkómen is dat kinderen opgroeien met structureel veel angst, stress, spanning of verdriet. Want dat gaat lang niet altijd gepaard met zichtbare verwondingen, maar kan wel leiden tot “blauwe plekken op je ziel”, zoals jongeren het zelf zo mooi verwoorden.
Ouders of andere opvoeders die veroorzaker zijn van leed bij kinderen doen dit vrijwel nooit omdat zij dit opzettelijk beogen of zich volledig bewustzijn van de mogelijk ernstige gevolgen (ook op lange termijn) voor hun kinderen. Door een ouder primair als ouder-die-het-goede-wil-doen te zien en te benaderen ontstaat ruimte om de ongewenste situatie thuis bespreekbaar te maken en ruimte voor verandering. Dat is soms heel lastig als je ziet, weet of vermoedt wat er zich thuis afspeelt. Naast kennis over de psychologie van ouderschap biedt kennis over de impact van traumatische ervaringen of chronisch stressvolle omstandigheden op ons brein en op onze vermogens om een veilige, betrouwbare en stabiele persoon (en ouder) te kunnen zijn veel bruikbare aanknopingspunten voor professionals.
En ja, het klopt dat het vaak niet zo effectief is om ouders als ‘dader’ of ‘pleger’ te benaderen. Ouders voelen zich daardoor al snel in een hoek gedrukt. In mijn vakgebied zijn de woorden die je kiest ook heel belangrijk. Taal is cruciaal om contact te maken op een manier die niet beschuldigend is. Maar ook non-verbale communicatie, onuitgesproken (voor)oordelen of al dan niet verborgen agenda’s zijn belangrijk om je bewust van te zijn.
Communicatie met kinderen/jongeren over zulke zware thematiek kan ook lastig zijn. Hoe bereid je cursisten hierop voor?
Mijn trainingen zijn gebaseerd op wetenschappelijke kennis, literatuur, praktijkervaring, onderzoeksresultaten en ‘lessons learned’ van mensen die ervaringsdeskundig zijn. Veel heb ik geleerd van wetenschappers in binnen- en buitenland die zich de afgelopen decennia meer en meer zijn gaan bezighouden met ingrijpende jeugdervaringen en hoe wij - professionals en andere mensen rond gezinnen - een rol kunnen spelen in het voorkómen ervan of het terugdringen van de schadelijke gevolgen ervan. Daarnaast heb ik veel professionals begeleid en geleerd hoe complex, weerbarstig en soms ook verrassend hoopvol de dagelijkse werkpraktijk kan zijn. Maar vooral door interviews en gesprekken met jongeren over hun kindertijd en met volwassenen over de beleving van ouderschap (ook waar dat soms onder zware druk stond) heb ik een antenne ontwikkeld voor het – veelal verborgen – leed van ouders en kinderen. Wat ik van hen geleerd heb, zit weer verweven in mijn lessen bij RINO amsterdam.
Eén van de belangrijkste dingen die kinderen zeggen, is dat ze al op hele jonge leeftijd open staan voor een gesprek. Je kan kinderen heel goed bij de hulpverlening betrekken. Praat vooral met ze en niet over ze. Voor kinderen is het belangrijk dat ze zich gezien en gehoord voelen in de situatie waarin ze zitten. In mijn lessen is er veel aandacht voor hoe je zulke gesprekken als professional kunt voeren. Eén van de manieren waarop we dat doen tijdens de cursus is: oefenen met een trainingsactrice. Zij kan alles en iedereen spelen: van opstandige pubers tot agressieve moeders, dronken vaders, maar ook hele angstig teruggetrokken ouders en jonge kinderen die niks zeggen. De cursisten kunnen in deze setting veilig oefenen. Soms kijken ze erg op tegen een ingewikkeld gesprek en dan is dit een uitstekende kans om dat te oefenen. Daarnaast leren we tijdens deze oefeningen ook veel van elkaar. Je leert ook waar je goed in bent. De trainingsactrice kan heel mooi teruggeven in het gesprek wat werkt en vertellen waar je kracht ligt. Dit is iedere keer weer prachtig om te zien, inspirerend en echt heel leerzaam.
Voor wat voor andere uitdagingen komen professionals te staan als het gaat om kindermishandeling en huiselijk geweld?
Keuzes maken! Als professional sta je steeds voor nieuwe afwegingen: wat signaleer ik nu precies? Wat weet ik van de situatie? Welke hulp is er al in een gezin? Wat zijn de consequenties van bepaalde acties? Wat is er nodig? Wat vind ik er zelf eigenlijk van en hoe betrokken moet ik zijn? En als het niet aan mij is, wie zou dan wel iets kunnen betekenen? Er zijn dus vragen over de inschatting van de situatie, over je eigen rol en wat je kan en mag doen. Er zijn vragen over wat déze ouder en dít kind nodig hebben. En over wat de beste vervolgstap is en hoe “groot” je het moet maken. Dit is precies waar we in de training met elkaar antwoorden op zoeken. Er is helaas geen aanpak die altijd werkt en er is ook niet altijd overal een oplossing voor. Toch is er vrijwel altijd de mogelijkheid om relevant te zijn voor ouder en kind. Veel professionals willen graag alle problemen in gezinnen oplossen. Maar zeker op dit terrein kun je niet altijd alles (direct) oplossen. Je kunt vaak wel helpen en een belangrijke steunfiguur zijn in het leven van een kind of ouder(s).
Ook merk ik dat er best wat lef – en soms ook creativiteit – voor nodig is om ‘lastige gesprekken’ te voeren, echt contact te maken en effectief samen te werken met ouders en kinderen. Je kunt je als professional in dit soort situaties best kwetsbaar of onzeker voelen; maar dat hoort er ook bij. Soms moet je buiten de lijntjes kleuren, omdat je niet overal protocollen en richtlijnen voor hebt. Of het kan soms zo zijn dat de bestaande protocollen je niet verder helpen bij wat er moet gebeuren. Durf ook zelf om hulp te vragen bij collega’s of aandachtsfunctionarissen.
In de cursusomschrijving staat dat ingrijpende jeugdervaringen schadelijke gevolgen kunnen hebben voor onder andere de fysieke gezondheid. Kun je dit uitleggen en hangt dit ook bijvoorbeeld samen aan ‘’The Body Keeps the Score’’ van Bessel van der Kolk?
Er is een duidelijke link tussen opgroeien met geweld, misbruik, mishandeling, verwaarlozing en andere vormen van ingrijpende jeugdervaringen en een verhoogd risico op gezondheidsschade op de lange termijn. De afgelopen decennia is veel onderzoek gedaan naar de lange termijn gevolgen van opgroeien met veel chronische stress, angst en onveiligheid. Vroeger dachten we: ‘kinderen zijn van elastiek’. Ze kunnen allerlei nare dingen meemaken, maar dat vergeten ze ook weer snel, daar hebben ze later geen weet meer van. Ook dachten we – onterecht! – dat gebeurtenissen die je als baby of als peuter meegemaakt had, geen schadelijke gevolgen konden hebben; omdat je ze later niet actief kon herinneren of navertellen. Inmiddels weten we dat kinderzieltjes niet van elastiek zijn en dat de schadelijke invloed van langdurige stress en ingrijpende gebeurtenissen groot kan zijn, juist ook bij baby’s en heel jonge kinderen. Ook al kunnen zij dit nog niet in taal uiten, of het zich later niet actief herinneren, het heeft impact op de hersenen die nog volop in ontwikkeling zijn. Het lichaam slaat het op. “The body keeps te score”, zoals Bessel van der Kolk dat inderdaad zo mooi verwoord heeft.
Zo kunnen ingrijpende jeugdervaringen dus niet alleen tijdens de kinderjaren, maar ook later in het leven nog nare gevolgen hebben. Inmiddels weten we dat dit te maken heeft met de groei van de hersenen, die als gevolg van langdurige stress, beschadigd kunnen raken. Door allerlei neurobiologische processen krijgt het kind last van een ontregeld stresssysteem wat ook nadelig werkt voor je immuunsysteem. Het lichaam blijft als het ware voortdurend in een verhoogde staat van paraatheid: in de survival-stand. Dat maakt dat die nare ervaringen in het lichaam worden opgeslagen, wat een verhoogde kans geeft op allerlei ongezond en risicovol gedrag, zoals roken, drinken, drugs gebruiken of andere ongezonde leefpatronen. Daarnaast gaat zo’n stapeling van ingrijpende jeugdervaringen gepaard met een verhoogd risico op fysieke gezondheidsklachten en ernstige ziekten op de lange termijn, zoals hart- en vaatziekten, longaandoeningen en kanker. Belangrijk is wel om erbij te zeggen dat die verhoogde risico’s de uitkomst zijn van grote bevolkingsstudies, die je niet zomaar één op één kunt vertalen naar individuele situaties. Ieder mens reageert namelijk anders op de verschillende situaties die je als kind kunt meemaken; en de manieren om daarmee te ‘dealen’ zijn heel divers, wat maakt dat de impact die het vervolgens heeft op de rest van je leven heel verschillend uitpakt.
En zijn al die nare gevolgen nog terug te draaien of te herstellen?
Ja, diverse onderzoeken laten zien dat kinderen die blootgesteld zijn aan veel onveiligheid en stressvolle levensgebeurtenissen, maar die naast al die stress óók positieve jeugdervaringen hadden – zoals een betrouwbare steunfiguur bij wie zij terecht konden – later in hun leven minder last hadden van de nadelige gevolgen. Bovendien weten we dat herstel van ingrijpende en traumatische jeugdervaringen ook op latere leeftijd goed mogelijk is. Veilig, betrouwbaar en steunend contact is een sleutelfactor daarin. Positieve ervaringen zorgen ervoor dat er in de hersenen nieuwe paden worden ontwikkeld en die zijn cruciaal voor het herstel. Je kunt het zo zien: trauma ontstaat meestal in contact met anderen en kan ook weer (deels) hersteld worden dankzij positief contact en in veilige verbinding met anderen.
Waarom verzorg je naast de cursus ‘Vermoedens van kindermishandeling’ ook de cursus ‘Aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling’?
Omdat organisaties en instellingen die werken met ouders, kinderen en zorgafhankelijke volwassenen of ouderen horen te signaleren en te handelen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dat staat in de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling die in 2013 van kracht is gegaan. Dankzij deze wet zijn organisaties ook verplicht om deze kennis in huis te halen door hun medewerkers te scholen in de stappen van de meldcode, zodat ze weten wat ze moeten doen als ze vermoeden dat een volwassene of kind thuis (of in een zorginstelling) wordt mishandeld, misbruikt of verwaarloosd. Nu is het zo dat veel professionals die met deze thematiek te maken krijgen dit lastig en complex vinden. Daarom is het zo belangrijk dat organisaties die met ouders, kinderen en kwetsbare cliënten werken een expert in huis hebben, die extra scholing heeft gevolgd en specifieke deskundigheid heeft opgebouwd op dit terrein. Zodat collega’s altijd intern bij deze aandachtsfunctionaris terechtkunnen voor advies, ondersteuning en begeleiding bij dit soort, soms ingewikkelde casuïstiek.
Wie vervult binnen een organisatie dan zo’n functie?
Een aandachtsfuncionaris huiselijk geweld en kindermishandeling is vaak iemand binnen de organisatie die affiniteit heeft met dit onderwerp. Dit kan een leerkracht of intern begeleider zijn, maar ook een zorgcoördinator, een (jeugd)verpleegkundige of een praktijkondersteuner bij de huisarts. Je vervult deze functie dan ook meestal naast je reguliere werk. Het is een cruciale functie en daarom is scholing zo belangrijk. Met de 3-daagse cursus bij RINO amsterdam wordt een stevige basis gelegd om de functie van aandachtsfunctionaris te kunnen vervullen. Ook in deze cursus wordt er met een trainingsactrice gewerkt. Als aandachtsfunctionaris heb je – naast de vraagbaakfunctie voor collega’s – ook de taak om het thema huiselijk geweld en kindermishandeling binnen je organisatie steeds opnieuw te agenderen en bespreekbaar te maken. Óok – of misschien wel juíst – in contact met volwassenen/ouders en kinderen. Best een uitdagende functie, waar ik graag mijn steentje aan bijdraag, omdat een goede aandachtsfunctionaris de wereld écht een stukje beter kan maken.
Marjon Donkers verzorgt onderstaande cursussen bij RINO amsterdam:
- Vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld
-
Aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling
Deel dit artikel
RINO op Twitter
Tweets van @rinoamsterdam