Promotietraject tijdens opleiding

Een BIG-opleiding volgen en promoveren 
Elke BIG-opleiding is een opleiding tot 'scientist-practitioner'. Dit houdt in dat je wordt opgeleid tot een beroepsuitoefening waarin je je praktijkwerkzaamheden leert integreren met en baseren op resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Voor sommigen betekent dit dat ze, naast het verwerven van hun BIG-registratie, eveneens het zelf opzetten en uitvoeren van onderzoek, zoals bijvoorbeeld een promotieonderzoek, ambiëren.

Promotieonderzoek
Het doen van promotieonderzoek is een recht van iedereen die een masterdiploma heeft verworven. Men kan zo’n onderzoek voorafgaand aan, na, en ook tijdens een BIG-opleiding doen. Dit is iets om aan te moedigen. Niet alleen kan het inspirerend en vervullend zijn voor de betrokkene zelf, maar ook is de gezondheidszorg gebaat bij professionals die zich en klinisch kwalificeren met één of meer BIG-registraties en academisch/wetenschappelijk met een doctorstitel.

Verschillende mogelijkheden

Dit combineren van een BIG-opleiding volgen en promoveren kan op verschillende manieren. Sommigen verwerven een AIO-plaats en voeren hun promotie onderzoek uit als AIO. Anderen doen dit, bijvoorbeeld werkend bij een praktijkinstelling, als zg. ‘buitenpromovendus/-a’. Op de websites van VU en UvA, de universiteiten waarmee Rino amsterdam samenwerkt, kun je over beide posities meer te weten te komen.

Topklas
Een specifieke vorm van promotieonderzoek doen ten tijde van een BIG-opleiding is deelname aan de zogenaamde ‘Topklas’, bij de gelijknamige stichting die wordt georganiseerd in samenwerking met vLOGO. Dit traject is bedoeld voor ‘excellente’ kandidaten, die in zes jaar het volledige traject doorlopen en afronden en bij succesvolle afronding het diploma Topklas krijgen (zie profiel deelnemers topklas traject). Ook een aantal van deze talentvolle opleidelingen zijn deelnemer bij RINO amsterdam. Benieuwd hoe het traject eruit ziet en wie er deelnemen? Bekijk de nieuwsbrief van Stichting Topklas.

Meer in het algemeen kun je altijd navraag doen over deze verschillende mogelijkheden bij een van de (plaatsvervangend) hoofdopleiders.