Autonomiegehechtheid is het vermogen tot zelfsturing, ook in sociaal opzicht. Veel vormen van psychopathologie betekenen een inbreuk op dit vermogen. Dit geldt niet alleen in klachtspecifieke zin (bijvoorbeeld de straat niet opdurven), maar vaak ook in bredere zin. Veel cliënten ervaren immers een onvermogen om zelfstandig en vanuit innerlijke vrijheid te denken, te handelen en bevredigende relaties met anderen te hebben. Ze kunnen als het ware onvoldoende met zichzelf en anderen uit de voeten. Een autonomiegerichte behandeling doet recht aan specifieke problematiek maar is er meer in brede zin op gericht het vermogen tot zelfsturing te herstellen en verder te ontwikkelen.

De cursus is gericht op de toepassing van het basisprotocol bij volwassenen in al zijn facetten. Na afronding is men in staat om relatief ongecompliceerde PTSS te behandelen.

De Collaborative Assessment & Management of Suicidality (CAMS) procedure is een therapeutisch klinisch raamwerk dat kan worden toegepast bij klinische en ambulante patiënten met (chronisch) suïcidaal gedrag. De procedure is ontwikkeld in de Verenigde Staten door professor David Jobes, hoogleraar psychologie aan de Catholic University of America in Washington DC en door Remco de Winter en Marieke de Groot vertaald in het Nederlands. Sinds 2018 is de procedure opgenomen in de Generieke Module Suïcidaal Gedrag.

Na de cursus: - Beschikt de cursist over meer specialistische groepstherapeutische kennis; - Beschikt de cursist over meer specialistische groepstherapeutische vaardigheden; - Is de cursist zich meer bewust van zijn eigen stijl en rol als groepstherapeut; - Is de cursist zich meer bewust van

EMDR vervolgcursus volgen? De nadruk ligt op complexe situaties, moeizaam lopende behandelingen en bredere toepassingsmogelijkheden. Lees verder.

Persoonlijkheidsonderzoek bij jongeren, volwassenen of ouderen met behulp van vragenlijsten en interviews is soms niet voldoende.

Aan het eind van de cursus ben je in staat om volwassen patiënten met een combinatie van psychiatrische problematiek en een laag IQ (met name zwakbegaafdheid) te herkennen en hun klachten te diagnosticeren en te behandelen. Aan het einde van de cursus heb je jouw vragen rondom jouw eigen casuïstiek beantwoord.