Dhr. J.B. van Luyn (Bert)

Bert van Luyn is zelfstandig gevestigd klinisch psycholoog, systeemtherapeut, lid NIP en geregistreerd docent CRKBO.

Hij werkte in verschillende sectoren in de GGZ (Jeugd, Volwassenen, klinisch en ambulant, acuut en chronisch) en specialiseerde zich in diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag en persoonlijkheidsproblematiek, met name bij mensen met ernstige psychische aandoeningen.

Hij was o.a. verantwoordelijk voor een deeltijdprogramma voor suïcidale patiënten en patiënten met Zelfpathologie en comorbiditeit.

Als coördinator van het nascholingsprogramma Psychiatrie in Progressie organiseerde hij vele workshops met de internationale top m.n. op het gebied van Persoonlijkheidsstoornissen.

Met HJ Dalewijk produceerde hij de internationaal bekende Symforatapes, een set DVD’s die master clinicians aan het werk toont. In 2012 ontving hij daarvoor een onderscheiding van de Internationale vereniging voor Transference Focused Psychotherapy ‘ voor zijn langdurige bijdrage aan het psychotherapieonderwijs’.

Hij geeft al jarenlang lezingen, trainingen en workshops in diagnostiek en behandeling van suïcidaliteit, acute Psychiatrie & Crisisinterventie, behandeling en management van Persoonlijkheidsproblematiek.

Hij is als docent verbonden aan de opleiding tot Verpleegkundig Specialist in Utrecht, doceert Crisisinterventie en Suicidepreventie bij diverse RINO’s, is docent van een blok over de GIT-PD in de opleiding tot GZ psycholoog bij CCD.

Met Ad Kerkhof verzorgt hij in-service opleidingen Suicidepreventie in de GGZ.

Hij publiceerde een tiental artikelen/hoofdstukken in vaktijdschriften en leerboeken (meest recent een hoofdstuk over Suïcidaliteit en EPA-PS in het FACT handboek van Kaasenbrood & Wunderink), en is mede-editor van enkele boeken:

- Personalities: Hellinga, van Luyn & Dalewijk (Boom, 2000)

- Severe Personality Disorder: van Luyn, Akhtar & Livesley (Cambridge Press, 2007)      

- Handboek borderline persoonlijkheidsstoornis: Ingenhoven, van Reekum, van Luyn en Luyten (Tijdstroom, 2011).

- Behandeling van suïcidaal gedrag in de praktijk van de GGZ: Kerkhof & van Luyn,  (BSL, 2010/2016).

Voor Psyflix en de GGZ ecademy maakte hij een e-learning module over (chronische) suïcidaliteit. Hij was lid van het podium van het Kenniscentrum PS dat een best practice formuleerde voor de EPA patiënt met een persoonlijkheidsstoornis. Hij is een van de consulenten van het CCE, Centrum voor Consultatie en Expertise.

Waar haalt u de meeste voldoening uit?

De meeste voldoening haal ik uit het werken met patienten met ernstige, complexe pathologie, waar ik de grenzen van psychotherapie graag verken. Ik voel me aangesproken door een leus van Marsha Linehan: effective compassion.

Wat inspireert u als hulpverlener?

Hoewel ik cognitief gedragstherapeut ben, vind ik psychodynamische therapieën het meest inspirerend; daarbinnen heeft met name Salman Akhtar me erg beïnvloed. Overigens voel ik me met geen enkele school geheel verbonden: referentiekaders tonen alle slechts een beperkt deel van de werkelijkheid.

En wat stoort u?

Ik heb grondig de pest aan de vaak onzinnige bureaucratie die we ons ook zelf in de GGZ opleggen. Ik vind dat wij als inhoudelijk professionals onze oren minder moeten laten hangen naar allerlei mensen en groeperingen die van alles roepen over ons vak, niet gehinderd door veel kennis ervan.

Wat is het belangrijkste dat u wilt meegeven aan cursisten?

Het belangrijkste dat ik cursisten zou willen meegeven is beroepseer: zorg dat je naar je beste vermogen je werk doet. Daarnaast wens ik hen vooral een relativerende attitude toe. Ik laat me in mijn werk uiteindelijk leiden door twee eenvoudige principes. Ten eerste, als ik het mijn dierbare moeder had aangedaan, doe ik dat ook elke patiënt aan (effective compassion); en ten tweede, verantwoording, meer naar wat juist is dan wat mag of moet: alles wat ik doe moet ik met droge ogen kunnen verdedigen bij Pauw en Witteman.

Welke kant gaat het op in uw vakgebied?

Ik verwacht dat we, na eerst nog een periode met fusies, centralisatie en regelgeving, weer meer terugkeren naar kleinere organisaties of autonome organisatie-onderdelen. Ik hoop dat evidence based medicine meer wetenschappelijk wordt vertaald dan nu gebeurt.