Introductie 

Uit empirisch onderzoek blijkt dat de meerderheid van depressieve cliënten suïcidale intrusies heeft. Recent is vastgesteld dat deze suïcidale intrusies in de vorm van flashforwards goed te behandelen zijn met EMDR.

Over de functionele neurologische stoornis (FNS), ook wel conversiestoornis genoemd, bestaan veel misvattingen. Patiënten met FNS zouden ‘hysterisch’ zijn, onbegrepen klachten hebben en moeilijk te behandelen zijn.

Interpersoonlijke communicatietheorie, een beschrijvend (in plaats van een ‘voorschrijvend’) model, blijkt heel krachtig in de theorievorming over de therapeutische relatie.

In Nederland zijn er 1,2 miljoen gebruikers van antidepressiva, dat zijn er meer dan ooit. Hebben we een depressie epidemie? Ondertussen in jouw spreekkamer: je cliënt volgt voortvarend CGT voor een angststoornis maar raakt vervolgens ook nog depressief. Wat nu?

Er zijn veel raakvlakken tussen de Transactionele Analyse en de hechtingstheorie. Ze verrijken en verdiepen elkaar. Met behulp van de Transactionele Analyse krijg je toegankelijke en toepasbare modellen, zoals het concept script, waarmee je het hechtingsgericht werken goed kunt aanvullen.

Jij werkt het liefst zoveel mogelijk oplossingsgericht. In de praktijk ontkom je er echter vaak niet aan om ook andere, probleemoplossende methodieken of processen toe te passen.

Je begeleidt psychologen in opleiding en je hebt eerder de workshop ‘Supervisie en werkbegeleiding van GZ-psychologen’ bij RINO amsterdam gevolgd. Je bent inmiddels toe aan een verdere verdieping en je wilt met name aandacht besteden aan lastige situaties in de begeleiding.