17 feb 2025
Dorine van Driel-de Jong en Peter Hilderink verzorgen bij RINO amsterdam de cursus ‘Ouderen behandelen in de vrijgevestigde praktijk: ben je er klaar voor?’ Naast het verzorgen van de cursus bij RINO amsterdam zijn Dorine en Peter eigenaar van de praktijk SeniorBeter waar ze mensen van 60 jaar en ouder behandelen. In dit interview vertellen ze ons meer over het behandelen van ouderen en het herkennen van psychische klachten bij deze doelgroep
Dorine is sinds 1990 werkzaam als klinisch psycholoog in de ouderenzorg. Ze is behalve klinisch psycholoog ook psychotherapeut en cognitief gedragstherapeut. Ook is ze supervisor en leertherapeut bij de vereniging voor gedragstherapie. Haar speciale aandacht gaat uit naar existentiële thema’s in de psychotherapie.
Peter heeft na het behalen van zijn artsdiploma de medische specialisatie tot psychiater gedaan. Sindsdien is hij werkzaam als psychiater met aantekening ouderenpsychiater in de ouderenzorg. Zijn aandachtsgebieden zijn stemmingsstoornissen, Ziekte van Parkinson en andere neuropsychiatrische stoornissen, aanhoudende lichamelijke klachten (ALK) en interpersoonlijke psychotherapie (IPT).
Wat maakt dat de behandeling van ouderen in de ggz om een specifieke aanpak en benadering vraagt?
Peter: Als je puur naar de psychiatrische aandoeningen kijkt, dan is er eigenlijk niet zo heel veel verschil tussen ouderen en jongere volwassenen. We zien ook bij ouderen angststoornissen, depressies en persoonlijkheidsproblematiek. Ik denk dat het grote verschil vooral zit in de comorbiditeit. Ouderen hebben vaak te maken met allerlei lichamelijke problemen en dat kan een grote invloed hebben op hun psychisch welbevinden en klachten. Daarnaast heeft een aanzienlijke groep ouderen ook te maken met cognitieve problemen, zoals geheugenklachten. Die moet je dan ook weer afzetten tegen de psychiatrische klachten, omdat die soms op elkaar kunnen lijken.
Dorine: De lichamelijke aandoeningen spelen een grote rol, net als de neurocognitieve problemen die je vaak ziet. En dan gaat het niet alleen om geheugenproblemen. Neem bijvoorbeeld iemand met de ziekte van Parkinson. Die persoon kan ook een depressie hebben, maar die ziet er vaak heel anders uit dan bij iemand zonder Parkinson. Je kunt je voorstellen dat zo’n depressie anders uitpakt, omdat er een hersenziekte meespeelt.
Daarnaast zie je bij ouderen dat de thema’s waarmee ze worstelen vaak van een andere aard zijn. Het gaat veel over existentiële vragen: verlies van mensen om je heen, van vitaliteit, van werk. Autonomie is ook een belangrijk thema: wat kan ik nog zelf, wil ik hulp vragen, en wat betekent dat voor mijn zelfstandigheid? En natuurlijk komt de dood steeds dichterbij.
Peter: Parkinson is daar een heel duidelijk voorbeeld van, waarin het echt sterk met elkaar verweven is. Bij Parkinson heb je een tekort aan dopamine. We weten dat bepaalde medicijnen, zoals antipsychotica, de dopamine juist remmen. Neurologen die Parkinson behandelen, geven daarentegen dopamine, maar dat kan er soms toe leiden dat mensen in het ergste geval psychotische klachten krijgen of last hebben van angsten en verwardheid. Parkinson is een heel duidelijk voorbeeld van hoe lichamelijke aandoeningen en psychische klachten direct op elkaar inwerken.
Welke signalen wijzen erop dat ouderen mogelijk psychische klachten hebben? Waar moet je nog meer alert op zijn naast de lichamelijke symptomen?
Peter: Psychische klachten bij ouderen blijven vaak onder de radar, vooral bij mensen die zich terugtrekken en weinig van zich laten horen. Angstklachten kunnen bijvoorbeeld leiden tot sociaal isolement; ouderen durven de stap niet te zetten om hulp te vragen en blijven daardoor veel thuis. Eenzaamheid is een ander belangrijk signaal dat gemakkelijk over het hoofd wordt gezien.
Daarnaast is er in de huisartsenpraktijk iets veranderd. Waar de vaste huisarts vroeger vaker op huisbezoek ging, zie je nu dat huisartspraktijken vaker met wisselende artsen werken. Dit maakt het lastiger om ouderen die zich terugtrekken tijdig op te merken. Mensen met ernstige verwarring of acute klachten trekken vaak wél de aandacht, maar juist de stille, vermijdende ouderen blijven vaak buiten beeld.
Dorine: Stel dat een oudere vrouw niet meer naar buiten durft om boodschappen te doen en zich steeds verder terugtrekt. Een goedbedoelende thuiszorgmedewerker kan dan aanbieden om de boodschappen voor haar te doen. Hoewel dit uit zorg en betrokkenheid voortkomt, kan het onbedoeld het probleem in stand houden.
Het is belangrijk dat ook thuiszorgmedewerkers zulke situaties herkennen als mogelijke signalen van angst. Daarom wordt er binnen de thuiszorg veel aandacht besteed aan training, zodat medewerkers leren deze subtiele signalen te herkennen en hierop te handelen.
Mensen zijn de afgelopen jaren steeds opener geworden over mentale gezondheid, maar dat was vroeger veel minder. Komen ouderen makkelijk bij de ggz en ervaren jullie wel eens weerstand tijdens de behandeling van ouderen?
Peter: Ouderen zoeken zelf minder snel hulp. Waar jongere volwassenen vaak zelf online informatie opzoeken, komen ouderen meestal via een verwijzing bij ons terecht, bijvoorbeeld via de huisarts, hun netwerk of een geriater. Ze moeten vaker op het pad gewezen worden.
Dorine: Ja, daar zitten eigenlijk twee kanten aan. Natuurlijk is er weleens weerstand, maar dat geldt ook voor de volwassenenzorg. Iedereen kan terughoudend zijn tegenover een psychiater of psycholoog. Bij ouderen speelt soms mee dat ze niet gewend zijn om over psychische aandoeningen te praten, maar over de jaren heen zie je daar wel verandering in. De tijd staat niet stil.
Wat je wel vaak ziet, is dat ouderen hun psychische klachten eerder uiten via lichamelijke symptomen. Je moet die signalen kunnen herkennen. Als je bijvoorbeeld vraagt: ‘Bent u weleens bang?’, krijg je vaak als antwoord: ‘Nee hoor, ik ben voor de duivel nog niet bang!’ Maar ondertussen staat de betrokkene elke maand bij de huisarts met benauwdheidsklachten. Als lichamelijke oorzaken zijn uitgesloten, zou er misschien sprake kunnen zijn van een psychische aandoening. Die vertaling moet je zien te maken.
Een ander belangrijk punt is dat ouderen niet alleen door hun eigen vooroordelen minder snel bij een psycholoog of psychiater terechtkomen, maar ook door die van professionals. Er heerst nog steeds het idee dat ouderen minder baat zouden hebben bij behandeling of dat het ‘niet meer zoveel zin’ zou hebben. Daardoor blijft de oudere met psychische klachten vaak verstoken van behandeling. Dat is zonde, want ouderen kunnen net zo goed profiteren van reguliere behandelingen.
Welke obstakels komen behandelaren die met ouderen werken tegen in de vrijgevestigde praktijk?
Peter: Zoals we eerder al zeiden: ouderen komen niet vanzelf. Je moet dus extra je best doen om hen te laten weten dat er überhaupt psychologische hulp voor ouderen is. Ook bij ouderen zelf merk je dat er soms een drempel is. Ze moeten zich ervoor openstellen en dat gebeurt niet altijd vanzelf. Vaak hoor je opmerkingen als: ‘Ach, dat hoeft voor mij niet meer’ of ‘Wat heeft het nog voor zin?’ Dat lage verwachtingspatroon zie ik als een obstakel. Zowel bij ouderen zelf als bij de manier waarop er in de zorg naar vergrijzing wordt gekeken.
Dorine: Samenwerking is ontzettend belangrijk, juist omdat het niet vanzelfsprekend is dat iemand met een psychische aandoening direct bij ons terechtkomt. Vaak melden ouderen zich eerst ergens anders, bijvoorbeeld op een interne afdeling in het ziekenhuis of bij de huisarts met klachten zoals vermoeidheid. Pas later wordt duidelijk dat er een psychische oorzaak onder ligt.
Dat betekent dat je als behandelaar goed moet samenwerken met andere zorgprofessionals. Je hebt echt een netwerk nodig. Als je op je eigen eiland blijft opereren, gebeurt er weinig.
Peter: Er zijn ook hele praktische zaken waar je rekening mee moet houden. Zo is het belangrijk dat je goed bereikbaar bent, zowel qua locatie als communicatie. Daarnaast moet je praktijk min of meer rolstoeltoegankelijk zijn. Dat zijn dingen waar je extra oog voor moet hebben als je met ouderen werkt.
Wat zou een eerste stap zijn om een praktijk oudere ouderenproof te maken?
Dorine: Wat belangrijk is, is dat collega's die al veel kennis hebben van psychotherapie of medicamenteuze behandelingen, ook die drempel overgaan en openstaan voor het behandelen van ouderen. Het is belangrijk om ook de nodige kennis op te doen, maar dat is goed te doen. Wij willen ervoor zorgen dat behandelvormen die bewezen effectief zijn voor psychische aandoeningen, ook voor ouderen toegankelijk worden. Die drempel willen we graag wegnemen.
Mijn advies: ga er gewoon mee aan de slag, pak de tips en adviezen die we kunnen bieden en laat je niet tegenhouden. Met de paar honderd mensen die nu met ouderen werken, gaan we die grote grijze golf die eraan komt niet redden.
Peter: De psychiaters die ik ken die met ouderen werken, zitten allemaal in een instelling. Hoewel het prima is dat zij in instellingen werken, denk ik wel dat er een belangrijk aanbod gemist wordt voor ouderen. In veel gevallen is het niet noodzakelijk dat ouderen naar een instelling gaan; het kan zelfs een stigmatiserend effect hebben en een extra drempel vormen om hulp te zoeken. Voor veel ouderen werkt zorg bij een vrijgevestigde praktijk prima én het is veel laagdrempeliger.
Wat zouden jullie nog willen zeggen tegen behandelaren die de stap om ouderen te behandelen nog erg spannend vinden?
Peter: Er bestaat soms een misvatting dat het behandelen van ouderen ingewikkelder is of dat het buiten hun expertise valt. Hierdoor worden cliënten boven de 60 of 65 jaar soms automatisch afgewezen, zeker als er al genoeg andere aanmeldingen zijn. Dat is zonde, want ouderen hebben net zo goed recht op goede psychische zorg. In de meeste gevallen gaat het om depressie of angststoornissen, die uitstekend te behandelen zijn met de juiste aanpak.
Met een paar aanpassingen in de behandeling kun je vaak al veel bereiken. Het is niet zo dat er compleet andere methodes nodig zijn of dat er ‘hocus pocus’ bij komt kijken. Door je er wat verder in te verdiepen, ontdek je al snel hoe waardevol en goed uitvoerbaar het behandelen van ouderen kan zijn.
Dorine: Wanneer behandelaren ervoor kiezen om ouderen niet in behandeling te nemen, betekent dat dat een hele groep mensen geen hulp krijgt. Dat is een veel groter probleem dan de kans dat je misschien eens iets mist in een behandeling. We bieden handvatten over waar je terecht kunt voor overleg en met wie je kunt sparren. Het belangrijkste is dat ouderen niet stelselmatig worden buitengesloten, terwijl er prima behandelmogelijkheden voor hen zijn.
Wil je meer weten over het behandelen van ouderen? Lees dan hier meer over de cursus Ouderen behandelen in de vrijgevestigde praktijk: ben je er klaar voor?
Deel dit artikel
RINO op Twitter
Tweets van @rinoamsterdam