Tanne van den Wijngaart is werkzaam als creatief therapeut drama en systeemtherapeut bij Kristal, onderdeel van Rivierduinen in Leiden. Eerder werkte zij o.a. op Fornhese, kinder,- en jeugdpsychiatrie, onderdeel van de toenmalige Symforagroep en bij het OCK het Spalier waar al lange tijd met de contextuele blik wordt begeleidt en behandeld.Kristal is een ambulant centrum voor kinderen en volwassenen met psychiatrische problematiek en een verstandelijke beperking.
Zij heeft zich gespecialiseerd in het ervaringsgericht werken met gezinnen. Gezamenlijk beleven en delen is voor haar een belangrijk middel in de gezinstherapie. Daarnaast houdt zij zich bezig met hechtingsproblematiek, waarbij ze de werk- en zienswijzen van Theraplay gebruik om de gehechtheid tussen ouders en kind te verstevigen.
Samen met Nathalie Schlattmann heeft ze het therapeutisch familiespel 'Mijn gezin en ik' ontwikkeld, dat in 2012 is uitgegeven bij uitgeverij Hogrefe. Ze geeft met veel plezier les aan de Rino over het gebruik, de therapeutische houding en de theoretische achtergrond van het spel.
Wat is er zo leuk aan uw beroep?
Het leuke van mijn beroep vind ik dat ik op zoek mag gaan naar de verhalen van cliënten. En dat ik hen mag helpen deze verhalen verder te schrijven op een manier die bij hen past. Met ruimte voor de problemen en de lastige gevoelens die in hun verhalen voorkomen. Als kind speelde ik graag bij andere kinderen thuis. Ik was altijd op zoek naar 'andere verhalen'. Hoe ging het bij andere kinderen thuis? Hoe speelden ze? Wat voor ouders hadden ze? Waarom speelde die vader eigenlijk nooit mee? En waarom stond de televisie daar altijd aan? Ik had als kind veel verschillende vrienden en vriendinnen. Bij het meisje van de snackbar kregen we vaak een ijsje en ging de hond in het ligbad. Bij mijn buurmeisje moest je je schoenen uit doen als je over de witte tegels naar binnen wilde lopen en bij mijn buurjongen stelde zijn moeder altijd veel vragen en was het rommelig in huis. Ik denk dat mijn zoektocht naar andere verhalen voor mij als kind een manier was om zicht te krijgen op meerdere mogelijke manieren van leven. Ik kom uit een vrij hecht gezin en dit was een manier om me los te maken en mijn wereld te verbreden. Op die manier kon ik makkelijker mijn eigen verhaal gaan vormen, een verhaal dat mij persoonlijk paste. Ik ben natuurlijk nog steeds bezig mijn eigen verhaal te vormen en de verhalen van anderen helpen me daar nog altijd bij.
Waarom geeft u graag les?
Mijn ervaringsgerichte werkwijze als therapeut is misschien niet voor iedereen vanzelfsprekend. Ik zie het samen beleven en het leren luisteren en begrijpen van elkaar echter als wezenlijke onderdelen van iedere gezinsbehandeling. Evenals het leren differentiëren van de gevoelens en behoeftes van de verschillende gezinsleden. Ik vind het leuk om deze werk- en zienswijze aan meer mensen over te brengen. Maar ook om ervaringen en verhalen met elkaar uit te wisselen, waardoor ik zelf ook weer geïnspireerd raak.
En waarom bij de RINO?
Het leuke aan lesgeven bij de RINO vind ik dat zij alert blijven op de ontwikkelingen in de GGZ en hierop blijven aansluiten met hun lesaanbod.
Wat is uw blik op de toekomst van de GGZ?
Ik hoop dat er ondanks de uitbreidende protocolisering ruimte blijft voor de verhalen van cliënten en hun problematiek. Ruimte voor zingeving in de hulpverlening dus. We zullen als hulpverleners moeten blijven beseffen dat we op positeve (en soms ook op negatieve) wijze meeschrijven aan het levensverhaal van onze cliënten.
Publicaties
- Wijngaart, Tanne van den, en Schlattmann, Nathalie, Mijn gezin en ik, een therapeutisch familiespel, Hogrefe (2012).