Dhr. dr. F.J. van Oenen (Flip Jan)
Flip Jan van Oenen is arts en systeemtherapeut. Hij is werkzaam bij Arkin te Amsterdam bij het Acuut Behandelteam en het Centrum voor Relationele Therapie. Bij Arkin verricht hij wetenschappelijk onderzoek naar de werkzaamheid van en Client Directed Outcome Informed (CDOI) en de invloed van de kwaliteit van de therapeutische relatie op het behandelresultaat.
In de afgelopen jaren heeft hij vele trainingen en cursussen verzorgd over interveniëren in de Spoedeisende Psychiatrie, omgaan met suïcidaliteit en toepassen van cliëntenfeedback. Hij publiceerde in diverse boeken en tijdschriften over uiteenlopende onderwerpen als crisisinterventie, systeemtherapie, familiegroepen, evolutietheorie CDOI werken en is (co)auteur van het Praktijkboek Crisisinterventie.
Ook is hij supervisor van de Nederlandse Vereniging voor Gezins- en Relatietherapie (NVGR).
De wonderlijk ingewikkelde wijze waarop wij met onszelf en elkaar omgaan fascineert mij mateloos.
Wat drijft u als hulpverlener?
Ik geloof dat ik in de GGZ werk uit nieuwsgierigheid. De wonderlijk ingewikkelde wijze waarop wij met onszelf en elkaar omgaan fascineert mij mateloos en ik ervaar het als een voorrecht dit proces te mogen onderzoeken en analyseren samen met de betrokkenen. Waarbij het mooie en merkwaardige is dat het proces van 'proberen te begrijpen' min of meer onvermijdelijk lijkt te leiden tot verandering bij degenen om wie het gaat. Zodat verandering paradoxaal genoeg vaak betekent: acceptatie van het bestaande. In mijn ervaring zijn begrijpen en behandelen dan ook onlosmakelijk verbonden.
Waar streeft u naar?
Omdat problemen zich manifesteren tussen mensen gaat mijn interesse vooral uit naar systemisch werken. Op welke wijze dragen de betrokkenen bij aan het ontstaan en instandhouden van een probleem, welke patronen zijn hierin te onderscheiden?
Ik streef ernaar de precaire balans tussen behoud en verandering in de therapie in beweging te brengen. Keerzijdes onderzoeken, patronen doorbreken, steeds heen en weer bewegen tussen bevestiging en uitdaging. Waarbij ik het als de grootste opdracht zie om steeds oprechte betrokkenheid te blijven voelen met de cliënten, hoe ingewikkeld hun presentatie soms ook is. Ik geloof dan ook dat dit de enige heilige opdracht voor een therapeut is: alles op alles zetten om aansluiting te (blijven) vinden bij zijn cliënt.
Waar haalt u de grootste voldoening uit?
Mijn plezier en bevrediging haal ik uit ieder gesprek waar ik iets van geleerd heb en waarin ik heb gelachen. En ik ben er van overtuigd dat hier een parallel ligt: als een gesprek voor de therapeut iets heeft opgeleverd, heeft het ook voor de cliënt iets heeft opgeleverd.
Waarom geeft u graag les?
Het geven van onderwijs dwingt mij steeds weer het 'wat' en 'waarom' van mijn werkwijze te expliciteren. Ik beleef er veel plezier aan in samenspraak met de cursisten dilemma's en hypothesen te onderzoeken en van elkaar te leren. Hierbij streef ik ernaar dat de cursiste net iets meer van mij leren dan ik van hen.
Het proces is hierbij net zo belangrijk als het resultaat: als cursisten ervaren dat ze in een constructieve gelijkwaardige uitwisseling nieuwe, eigen gedachten over het vakgebied kunnen ontwikkelen is dat mijns inziens minstens zo waardevol als het opnemen van feitelijke informatie.
En aangezien het bij de RINO meestal gemotiveerde, leergierige cursisten betreft en de RINO de hele organisatie eromheen soepel verzorgt is dit een prettige plek om les te geven.
Waar wilt u zich in de toekomst graag in verdiepen?
Ik heb mij gedurende mijn ontwikkeling als professional steeds laten leiden door de inspiratie van het moment. Zo heb ik buiten het vakgebied inspiratie ontleend aan uiteenlopende zaken als de principes van de kwantummechanica en de evolutiebiologie, en binnen het vakgebied aan crisistheorieën, ondersteuning van naasten bij psychose en cliëntenfeedbackmechanismen. Op dit moment ben ik bezig met wetenschappelijk onderzoek naar het effect van onmiddellijke cliëntfeedback, Client Directed Outcome Informed werken.
Ik heb geen idee wat voor thema of richting zich eventueel hierna zal aandienen als inspiratiebron. Wel gaat mijn interesse steeds meer uit naar het zoeken hoe en wanneer ik een 'good-enough' therapeut kan zijn; meer dan naar het steeds weer aanleren van nieuwe methodieken. Ik hoop zo ooit de optimale balans te vinden tussen 'nooit genoeg weten en kunnen' en 'vertrouwen dat ik genoeg in huis heb'.
Over de zoektocht naar de 'good-enough' therapeut zou ik in de toekomst dan ook graag van gedachten wisselen met cursisten.
Publicaties
Boeken:
- Oenen, van, F.J. , Nyssen, Y., Achilles, A. & Bernardt, C. (2006). Crisisinterventie bij psychose. In: B. van Meijel en T. Kuipers: Zorg rondom schizofrenie, 79-93. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
- Oenen, van, F.J. & Bernardt, C. Veranderingsgerichte crisisinterventie; visie, methoden en technieken. In R.A. Achilles, R.J. Beerthuis & W.M. van Ewijk (Red.) (2006). Handboek spoedeisende psychiatrie (pp. 79-127). Amsterdam: Benecke.
- Oenen, van, F.J., Dam, van, A.M., Bernardt, C. & Post, van der, L. (2006). Spoedeisende ambulante hulp bij suïcidepogingen en levenstwijfel. In: van Heeringen (red.) Handboek suïcide, 189-231. Utrecht: de Tijdgeest
- Oenen, van, F.J., Bernardt C. & Post, van der, L. (2007) Praktijkboek crisisinterventie: de kunst van het interveniëren in moeilijke behandelsituaties in de spoedeisende psychiatrie en psychotherapie. Utrecht: de Tijdstroom.
- Oenen, van, F.J. (2001). Het brein als bron van inspiratie. In: Het Brein. (red. R. van Gelder). Uitgave Hersenstichting Nederland, Den Haag.
Artikelen:
- Oenen, F.J. van, Seur, H.C. & Hommersom, H.W.J. (1992). Gezinstherapie: rechttoe-rechtaan de cirkel rond. Systeemtherapie, 2, 66-83.
- Oenen, F.J., van (1994) 'Het gezin in analyse', 'Het taaie ongerief', 'Mogelijke en onmogelijke hulpvragen'. Psychologie, 13e jaargang.
- Oenen, F.J. van, Bernardt, C. & Post, L. van der (1995). Zorgwekkende zorgmijders; een behandelmodel voor zorgmijdende chronisch psychiatrische patiënten. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 50, 595-608.
- Oenen, F.J. van (2000). Boekrecensie 'Spoedeisende Psychiatrie'. Medisch Contact 27/28, 55e jaargang.
- Oenen, F.J., van (2001) 'Aan de grenzen van het voorstelbare'. Fysioscoop, 27e jaargang, 2; 8-9.
- Oenen, F.J. van (2001), Het miskende relatie-instinct. Systeemtherapie, 1 jaargang 13, 4-28.
- Oenen, F.J. van (2004) Waanwandel. Verkorte versie referaat ter gelegenheid van van Helsdingenprijs. MGv, 8.
- Oenen, van, F.J., Bernardt, C. (2004) Over Induced emotion, 'stoom', 'water'en 'ijs'; Psycho-educatie in groepsverband voor familie van patiënten met schizofrenie MGv, 6, 510-524.
- Bernardt, C., Oenen, van, F.J., Dekker, J. & Mulder, W. (2006). Spoedeisende psychiatrie in Amsterdam; de organisatie van een psychiatrische eerstehulppost. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 10-61, 827-837.
- Oenen, van, F.J. (2011) De genormaliseerde T-score. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid,1-2-66, 3-6.
- Oenen, van, F.J. (2011). 'Het is mijn vriend die mij mijn fouten toont'; Cliëntfeedback als leidraad voor de behandeling, Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, maart 2011.
Interne publicaties:
- Landelijk draaiboek voorlichtingsgroepen voor familieleden van schizofreniepatiënten. Trimbos instituut 2004 (meegewerkt aan totstandkoming als adviseur).
- Draaiboek voorlichtingsgroepen voor familieleden van schizofreniepatiënten. Interne publicatie Mentrum 1999.
- Handleiding voor het werken aan de telefoon. L. van der Post en F.J. van Oenen. Interne publicatie Mentrum 1998.
Journalistieke publicaties:
Een achttal ingezonden stukken van Flip Jan van Oenen is geplaatst in de Volkskrant en Het Parool tussen 1999 en 2011 over o.a. de psychiatrie in Amsterdam en de invloed van de evolutiebiologie op rolpatronen.